WATERLAND IN KWATRIJNEN
30 kwatrijnen
De bundel bevat een selectie uit de
jaren 1988-1991 en is bovenal
een ode aan het terugkerend licht. De
tekst werd gedrukt
op 90 grs. Dacosta Cremewit.
Het drukken en binden werd verzorgd
door
PECO offsetdrukkerij BV te Amsterdam.
De oplage bestaat uit 100 genummerde
exemplaren
(15x20,8 cm) 1992
WATERLAND IN
KWATRIJNEN
Arnaldo
Voor Carla
Weggewist in de
tijd terug
schreven meeuwen
jouw naam vlug
tegen wolken in
sierlijk
spiegelschrift
boven de
Schellingwouderbrug.
|
Durgerdam
Waar
schandblok
en
de
boten
stil
en
onbemand
verschoten
bij
de
dijk
in
Durgerdam
tussen
smalle
watersloten.
In
't
komend
ochtendlicht
hindert
de
windmolen
mijn
zicht
de
botters
zijn
verdwenen
bomen
op
de
dijk
gezwicht.
|
|
Dauwtrappen
Onderaards
broeit
meer
dan
groeit
als
harde
wind
de
boomgaard
snoeit
na
de
storm
het
gras
zich
richt
jij
je
met
wandelen
vermoeit.
Wat
jou
met
het
gras
verbond
als
je
vanaf
de
grond
terstond
de
dauwdruppels
schoppend
naar
de
hemel
zond.
|
|
Zonlicht
Het
licht
trilde
in
kleuren
om
ons
heen
vol
van
pracht
dat
ongelooflijk
scheen
en
steeds
opnieuw
vreugde
schonk
aan
jou,
mezelf,
aan
iedereen.
|
|
Paaslam
Zo
voor
Pasen
huppelden
ze
elk
uur
een
tiental
lammeren
wit
en
puur
Blérend
blatend
naar
elkaar
ze
wisten
niet,
't
was
van
korte
duur.
|
|
Regen
De
regen
roffelt
tegen
glas
en
zachtjes
op
je
jas
vogels
tjilpen,
klokken
slaan
water
vormt
een
kleine
plas.
Duizenden
druppels
dalen
bewegend
wat
heerlijk
het
regent,
het
regent
tekenen
kringen
in
de
plas
waarin
je
jezelf
herkent.
De
regen
is
weer
regen
verdroogden
voelen
zich
genegen
nu
het
stil
wordt
in
huis
valt
buiten
Gods
zegen.
|
|
Terug
Korte
schaduwen
vallen
over
de
sloten
vormen
in
het
rode
kroos
en
op
de
boten
met
het
warme
zomerlicht
bonte
lijnen
als
in
kinderdromen,
heb
ik
genoten.
Fietsend
naar
Amsterdam
mijn
grote
stad
denk
ik
aan
Waterland
als
een
verborgen
schat
het
licht
elke
week
weer
anders,
één
moment
zomaar
op
de
dijk
in
't
gras,
soms
droog,
soms
nat.
|
|
Fanfare
Gevoelens
overlappen
elkaar
raken
in
't
hart
de
kwetsbare
snaar
op
dit
land,
vreugde
en
verdriet
komt,
komt,
luister
en
kijk
ernaar.
Klanken
stijgen
in
harmonie
tonen
klinken
tot
melodie
een
oerschreeuw
over
het
water
komt,
komt,
luister
en
zie.
|
|
Holysloot
De
eerste
maal
naar
het
land
met
weinig
bomen
trouwde
er
de
vrouw
van
mijn
dromen
verlegen
zaten
we
zondags
op
het
terras
als
kind,
wil
ik
altijd
blijven
komen.
Twee
kerkjes
en
een
brede
sloot
het
haventje
met
één
grote
boot
wat
aan
de
kant
verscholen
Holysloot,
niet
groter
dan
een
noot.
|
|
Ochtend
Op
zo'n
heldere
ochtend
met
zilveren
wolken
die
dansend
en
bewegend
kolken
met
niets
dan
een
bruisend
begin
onuitspreekbaar
mijn
geest
bevolken.
Op
zo'n
zomeravond
moest
het
zijn
gevuld
met
tedere
liefdespijn
een
uur
van
zachte
winden
glazen
leeg
van
rode
wijn.
Nu
je
hart
zich
heeft
gegeven
laat
je
wens
niet
ongeschreven
laat
de
nacht
het
weten
nu
het
donker
ons
laat
leven.
|
|
Wind
Wanneer
zij
door
de
bomen
gaat
zacht
de
blad'ren
streelt
en
slaat
componeert
de
wind
een
melodie
die
ons,
fantaseren
laat.
|
|
Geboorte
Regen
trekt
de
wereld
dicht
verkleint
ons
leven
en
zicht
druppels
smelten
op
hun
plaats
langzaam
sterft
het
licht.
Paarden,
koeien
worden
steen
vogels,
vlinders
trekken
heen
verduisterd
zijn
boerderij
en
dier
waar
eens
het
zonlicht
scheen.
Verschijnt
de
zon
dan
onverwacht
op
boerderijen,
paard
en
vacht
kijk
hoe
licht
het
donker
overwon
heel
het
land
springt
open
en
lacht.
|
|
Uitdam
Een
korte
torenspits
de
daken
rood
auto's
wringen
langs
haar
schoot
huisjes
schilderachtig
opééngeperst
helaas,
het
fietspad
loopt
er
dood.
|
|
Plek
Hier
waait
steeds
de
wind
in
golvend
gras
speelt
een
kind
stroomt
merkbaar
het
water
en
einders
waar
je
jezelf
vindt.
Houden
van
dit
groene
land
't
wijde
water
het
brede
strand
plezierboten
varen
statig
langs
aan
deze
plek
ben
ik
verwant.
Verlang
je
nimmer
naar
het
zand
van
een
ver
en
vreemd
land
daar
waar
heet
de
zon
de
aarde
dor
en
doods
verbrandt.
|
|
Vondst
Vindt
de
boerin
een
vreemde
schat
vol
roest
en
schimmels
de
klei
nog
nat
eeuwen
terug
begraven
en
vergeten
?
als
getuige,
in
de
grond
een
diep
gat.
|
|
Gedachten
Traag
stroomde
het
Die
van
waar
naar
wie
?
terwijl
jij
lui
lag
in
het
gras
riep
ik
luid,
sta
op
en
zie.
Daar
ging
stil
een
boot
over
dat
Die,
de
brede
sloot
jij
luisterde
naar
de
leeuwerik
die
een
melodietje
floot.
Wat
eenden
met
gesnater
dierentaal
over
het
water
ik
dacht
alleen
aan
jou
aan
het
heden
en
later.
|
|
Libellen
Twee
libellen
die
tussen
het
riet
hangen
probeerden
zo
het
licht
te
vangen
blauw,
boven
stil
water
zonder
rimpeling
groeide
een
onweerstaanbaar
verlangen.
|
|
Kalverenliefde
Wij
beminden
onder
hoge
bomen
lieten
vele
sterren
komen
zelden
waren
dromen
helder
niemand
kon
zijn
hartstocht
tomen.
Smolt
ik
als
een
suikeren
rots
door
bloed,
verlangen
en
je
trots
maar
onze
liefde
was
zo
dun
als
ijs,
van
één
nacht
vorst.
|
|
Wolken
Als
het
licht
zich
naar
binnen
keert
en
de
zon
niet
wederkeert
verschijnen
kou
en
duisternis
donker,
dat
voor
licht
zich
weert.
Een
zonneharp
breekt
de
hemel
onverwacht
vlekt
weilanden
waar
het
lacht
hoger
dan
een
kathedraal
staan
wolken
speels,
straalt
het
zonlicht
zacht.
|
|
Buitenhuis
Buiten
tast
verdriet
aan
hoge
wanden
vindt
deur
noch
raam
langs
scherpe
randen
vier
muren
gesloten
door
het
leven
ze
blijven
er
met
lege
handen.
Buiten
de
grens
van
kennis
is
haat
raast
een
wereld
waar
niemand
gaat
dit
als
liefde
in
een
dor
land
daar
groeit
geluk
te
laat.
|
|
Luisteren
Door
wilgen
waar
het
begon
stak
speels
de
zomerzon
tekende
spatjes
zonneschijn
waar
jij
mij
overwon.
Schonk
vreugde
zo
ik
bad
in
stil
kijken
zo
ver
van
de
stad
ik
luisterde
en
luisterde
naar
wie
gesproken
had.
|
|
Onweer
Met
harde
wind
en
felle
stoten
dringt
de
regen
door
de
loten
trekt
dan
vlug
haar
grijs
gordijn
zo,
dat
alles
wordt
gesloten.
Vreemde
groene
kleuren
in
de
lucht
bliksem
snijdt
wolken
in
hun
vlucht
tot
op
de
doorweekte
grond
wordt
alles
met
donderend
geweld
getucht.
Onverwacht
laat
de
zon
voorzichtig
gaan
haar
prachtig
doorschijnend
bestaan
haar
lichte
stralen
over
wat
te
lang
te
lang
in
't
donker
heeft
gestaan.
|
|
Herfst
Zomerkleren
uit
winterkleren
aan
heus
de
zomer
is
gedaan
laat
ons
na
wat
kleuren
en
wat
fruit
brengt
heel
de
groei
tot
staan.
Het
blad
hangt
even
zwevend
stil
voor
ieder
die
kijken
wil
herfstbladeren
vielen
gisteren
morgen
bewegen
takken
kaal
en
kil.
Nu
de
herfst
voor
het
eerst
begint
gaan
honderd
bladeren
in
de
wind
als
honderd
gekke
mannetjes
vergeten
is
het
leed,
ik
voel
me
kind.
|
|
Veemarkt
Ze
haten
steden,
willen
er
niet
dood
liggen
desondanks
dronken
in
de
goot
gaan
stiekem
naar
de
meiden
verdrinken
in
hun
schoot.
Zie
de
vette
koppen
staan
jenever
achterover
slaan
zie
de
dikke
buiken
hangen
laag
en
welvoldaan.
Beschaving
is
hier
verloren
ze
striemen
koeien
om
de
oren
en
schoppen
naar
het
vee
wee,
die
als
dier
is
geboren.
|
|
Licht
Nu
trekken
tractoren
diepe
rechte
sporen
over
drassig
land
heel
ver
weg
een
toren.
Hollandser
groeit
het
licht
grijzer
dan
wit
het
zicht
daar
waaruit
het
geboren
is
zo
helder
en
zonder
gewicht.
Nog
wacht
de
winter
af
kort
streng
de
dag
wil
alleen
maar
donker
zijn
verlangen
naar
licht
is
straf.
|
|
Ransdorp
Een
platte
toren
onder
mijn
gestrekte
hand
als
Godsbaken
in
dit
vlakke
land
wij
wandelen
nu
op
asfalt
zoals
Rembrandt
op
het
zand.
|
|
Winter
Als
de
gure
winden
gaan
plassen
in
de
modder
staan
tussen
herfst
en
het
voorjaar
stinken
steigers
naar
teer
en
taan.
Wanneer
alles
stil
vervaagt
geen
mens
zich
buiten
waagt
kraaien
levenloos
aan
takken
hangen
kil
de
dood
weer
daagt.
Zie
je
geen
sprookjesachtig
licht
doch
schimmen
voor
je
gezicht
en
een
listig
silhouettenspel
dan
huilt
dit
land
gelijk
een
wicht.
Zoals
het
al
jaren
gaat
verkeert
alles
in
ijzige
staat
wordt
het
land
koud
en
hard
dan
vlucht
ik
gauw
en
haat.
|
|
Tekening
Tekenen
met
de
vinger
in
de
lucht
langs
bloemen
en
vogels
in
hun
vlucht
langs
wolken
met
lichte
randen
stil
en
zonder
woorden,
ik
zucht.
|
|
Zwanen
Over
het
donkere
water
kwamen
zij
statig
nader
twee
grote
witte
zwanen
het
geklap
en
gedruis
kwam
later.
Even
gauw
als
zij
verdwenen
kwamen
veel
gedachten
inenen
één
moment
dat
ik
ze
in
de
ogen
keek
twee
zwanen
vlogen
samen
henen.
|
|
Nacht
Er
staat
een
rode
ster
beweegt
langzaam
nader
anders
dan
je
dacht
onbereikbaar
en
ongrijpbaar
ver.
In
dat
hemels
gewelf
een
diep
zwart
gedelf
schuilt
eeuwig
een
geheim
oneindig
groter
dan
jezelf.
|
|
Waterland
Waterland
is
ons
toegankelijk
paradijs
's zomers
zonnen
's
winters
op
het
ijs
anderen
zien
het
maar
als
een
moeras
horen
niet
de
leeuwerik
en
zijn
niet
wijs.
|
|
Colofon
De bundel
'Waterland in
kwatrijnen'
van Arnold
Nieuwendam bevat
een selectie
uit de jaren
1988-1991 en is
bovenal
een ode aan het
terugkerend
licht.
De eerste
uitgave
verscheen in
1992.
Dit is de tweede
oplage.
Uitgave: Arnaldo
©
Pictoright -
Amsterdam - 1994
De bundel is
uitverkocht
|
|
De
correctie wordt verzorgd door Coen Linnekamp.
De teksten zijn van de hand van Arnold Nieuwendam
(Arnaldo), tenzij anders vermeld.
|